Beleef, ervaar en maak herinneringen

Zomer met een winters tintje

Het kwik stijgt naar tropische waarden, terwijl ik mijn winterjas, muts en handschoenen binnen handbereik in de tas stop. Vandaag stap ik aan boord van een luxe ijsbreker, en ga ik een nieuw avontuur tegemoet. Dit avontuur gaat van start in Longyearbyen, Svalbard. Bij ons bekend als Spitsbergen. De eerste belevenis begint al in de trein. Ik ben misschien net een half uur onderweg van Friesland naar België wanneer ik een berichtje van de wel bekende spoorwegorganisatie ontvang dat mijn trein komt te vervallen. ‘Zoek het lekker zelf uit’, staat er nog net niet bij. Mijn tweede naam is flexibel en achternaam is improviseren, dus direct in actie om te kijken hoe in Brussel te geraken, zoals de Belgen zullen zeggen. Dat het gelukt is, mag duidelijk zijn anders zou ik nu dit blog niet schrijven over mijn expeditiereis in het Noordpoolgebied.

De eerste kennismaking

Om 6.15 uur klinkt er zachtjes een wake-up call in mijn kajuit. We zijn inmiddels al een aantal uren aan het varen langs de kust van Spitsbergen. Safty drill, briefings, uitleg over hoe je van boord stapt in een zodiac zonder elke keer een nat pak te halen en nog veel meer informatie is hoe de eerste ochtend aan boord verloopt. Hierna wandel ik even over het dek om mijn hoofd leeg te maken. Genietend van de ijsschotsen die in de zee drijven, de meeuwen en de papegaaiduikertjes die over het water scheren. En uiteraard de eerste foto’s worden geschoten. Of getrokken zoals de Belgen zeggen, wat ik later zal ondervinden. Met 75% zuiderburen aan boord is een taallesje Vlaams bij de prijs inbegrepen.

De eerste landing is naar Ny London, een plek waar vroeger marmer werd gewonnen. De rendieren lopen rustig te grazen tussen de roestige overblijfselen en beetje vervallen, houten hutjes. Terwijl ik de paarse, kleine bloemetjes nog aan het fotograferen ben, moeten we alweer vertrekken. Het anker wordt gelicht voor de volgende bestemming, Lilliehöökbreen. Een imposante, blauwe ijsmassa.

Terwijl de kapitein het schip vakkundig tussen de ijsschotsen en langs gletsjer laveert, staan wij te genieten op het buitendek met de camera’s in de aanslag. Een baardrob bekijkt dit alles ongestoord en stoïcijns vanaf zijn drijvende ijsschots. “IJsbeer”, klinkt het plotseling. Direct wijzen alle camera’s, verrekijkers en ogen in de richting van de wijzende vinger. Echter de vermeende ijsbeer blijkt een stuk ijs te zijn. Een kleine golf van teleurstelling is voelbaar, maar hé de reis is nog maar net begonnen. Dan horen we een enorme krak en plons, een flink stuk ijs breekt van de gletsjer af en valt met veel geweld in de zee. “Dat is jouw ijsbeer die een bommetje maakt”, zeg ik een beetje plagend tegen degene die de vermeende ijsbeer spotte. Dat de tijd doortikt is wel duidelijk, het is inmiddels 22.30 uur, echter de middernachtzon staat nog stralend hoog aan de hemel. Het is even wennen dat het niet donker wordt en het besef van de tijd is daarmee ook met vakantie.

Alle zintuigen worden geprikkeld

Na een aantal landingen en vaartochtjes met de zodiacs stappen we als pro’s aan boord van deze zwarte, kleine bootjes.

Smeerenburg is een oude nederzetting van de walvisvaarders/ jagers waar we nu aan land gaan.

Nadat het gebied eerst wordt gecontroleerd door de rifle masters, de mannen met een geweer over hun schouder en zij staan op hun positie voor onze veiligheid, maken we kennis met een groep mannetjes walrussen en hun aroma. Wally en co liggen met hun dikke billen te chillen op het strand van Smeerenburg. Telkens wanneer ik de naam van deze plek hoor, moet ik steeds denken aan Beerenburg, een Friese alcoholische, kruidige versnapering. Misschien destijds wel gebruikt door de niet zo vriendelijke, Nederlandse walvisjagers van deze nederzetting.

Wanneer ik net onder de douche vandaan kom, klinkt het door de intercom dat er walvissen zijn gespot. Snel kleren aan, muts over mijn natte haren en in de loop gris ik mijn camera mee. Vanaf dek drie alle trappen op naar het buitendek op dek acht. Natte haren en buiten adem toch nog snel een paar foto’s gemaakt. Helaas waren ze ver weg, maar het blijft een mooi en bijzonder gezicht die spuiters tegen het avondlicht.

Ik word wakker door een krakend en schurend geluid. Wanneer ik door de patrijspoort naar buiten gluur, zie ik dat we aangekomen zijn bij het pakijs, ook wel zee-ijs genaamd. Het is nog vroeg maar het is heerlijk die frisse zeelucht voor het ontbijt.

Dat is lekker wakker worden terwijl de scherpe boeg de ijsplaten in stukken splijt.

Wat is Moeder Natuur toch geweldig en weer realiseer ik mij dat we er zuinig op moeten zijn. We moeten haar koesteren!! Het is ook wel dubbel, want om deze reis te maken, moest ik eerst in het vliegtuig stappen. We varen door het ijs tot we echt niet meer verder kunnen en gaan voor anker op 80.52.96N–14.34.64E.

Turend door de verrekijkers hopen we een ijsbeer te spotten. Ondertussen pikt mijn neus een geur van vlees op. De barbecues op het buitendek zijn aangestoken en allerlei heerlijkheden worden er voor ons klaar gemaakt. Misschien komt de ijsbeer ook wel op de geur af, zouden ze met opzet deze plek hebben gekozen om te barbecueën? Dan is het tijd om te gaan en gooit de kapitein het roer om, we verlaten de ijskap en keren terug richting Svalbard.

Honderden vogels scheren door de lucht en zitten op de hoge, grijze kliffen van Alkefjellet. En nog eens zovelen dobberen op zee. Terwijl ik wacht op mijn beurt om van boord te gaan, zwemt er een walvis langs het schip.

Samen met nog een fanatieke fotograaf proberen we het beestje voor de kliffen en de gletsjer zo mooi mogelijk vast te leggen.

We lopen van voor naar achter over het dek om de best mogelijke compositie te vinden. De walvis blijft natuurlijk ook niet op één plek voor ons poseren. We varen vlak langs de steile kliffen waar heel veel zeekoeten, alken en meeuwen broeden. Het deskundige advies van het expeditie team luidt: “Wanneer je omhoogkijkt is het handig om je mond gesloten te houden.” Een muts is ook geen overbodige luxe.

Ons bezoek aan de gevederde vriendjes wordt bedankt met kleine cadeautjes die ze vakkundig deponeren. Wanneer we net de bocht maken om terug te keren naar het schip, klink er vanuit een andere zodiac; “Vos!” Hij loopt over de sneeuw en nog net zie ik de pluimstaart van de poolvos achter de rotsen verdwijnen. We blijven nog even dobberen. Gespannen, turend en elke meter scannend in de hoop dat deze fluffy, grijs, bruine vriend nog even terugkomt.

Jackpot!

Hoe krijg je iedereen uit zijn/haar kajuit, het restaurant of de lounge op het buitendek? Door de volgende melding op de intercom: “Op drie uur voor het schip zien we ijsberen.” Heel rustig laat de kapitein het schip richting de vijf ijsberen drijven. De balkons aan zowel bakboord als stuurboord worden uitgeklapt om zo nog meer ruimte te maken zodat iedereen kan genieten van het schouwspel van moeder beer met haar twee oudere jongen aan land.

Na een poosje besluit het expeditie team dat we zelfs per toerbeurt in de zodiacs op gepaste afstand kunnen voorbijvaren. Dit is waarop ik had gehoopt voorafgaand aan deze reis, een ijsbeer en een poolvos zien in hun natuurlijke habitat. Ik geniet en stuiter nog na wanneer ik de lezing over de ijsbeer bijwoon. De geplande landing gaat nu niet door, maar dat kan op dit moment niemand wat schelen.

We varen verder voorbij Yo Friesland door de Hindeloopenstraat. En nogmaals wordt er een ijsbeer gespot, nummer zes van vandaag.

Vanaf de brug sla ik meneer of mevrouw, moeilijk te zien vanaf deze afstand, gade door mijn verrekijker. Hij/zij is bezig eieren uit de nesten te stelen om deze vervolgens lekker te verorberen.

Een grote schaduw glijdt over de tafel. Ik kijk uit het raam van het restaurant en ik zie een imposante, witte, blauwe, ietwat futuristische ijsschots voorbijdrijven. Wanneer ik mijn laatste hap heb genomen, besluit ik te gaan fotograferen. Terwijl ik deze door Moeder Natuur gemaakte sculpturen sta vast te leggen, klinkt er nogmaals door de intercom dat er weer een ijsbeer is gespot. Ditmaal op een drijvende ijsschots. Snel ga ik naar het bovenste en voorste dek. Chips, verkeerde lens op mijn camera. In een sneltreinvaart naar beneden om mijn telelens op te halen en in dezelfde sneltreinvaart weer de trappen op naar dek acht. Met behulp van een lid van het expeditie team en een medereiziger, snel lens gewisseld.

Even op adem komen en dan besef ik dat ik mijn keycard in alle haast heb laten liggen in de kajuit, oeps. Dat is voor latere zorg eerst foto’s maken van de blauwe, glinsterende zee, witte, lichtblauwe ijsschotsen, de gletsjer op de achtergrond en dan daar de ster van mijn foto, de fluffy ijsbeer! Op een andere ijsplaat ligt nog een ijsbeer. Wanneer we heel rustig langs drijven steekt hij loom zijn kop omhoog, rekt zich even uit, draait zich om en gaat verder waar hij mee bezig was; slapen. Wat een dag, ik kan het nauwelijks bevatten. Acht ijsberen gezien, de adrenaline giert nog door mijn lijf.

Het is inmiddels 23.00 uur maar de dag is nog niet ten einde. We varen richting de gletsjer Bråsvelbreen. Het bijzondere aan deze gletsjer is de tientallen watervallen die van enorme hoogte naar beneden kletteren. Ze worden aangelicht door de middernachtzon.

Ik word er stil van zo onbeschrijfelijk mooi en magisch. Weer overvalt mij het gevoel van hoe overweldigend Moeder Natuur kan zijn.

Mensen wees stil, kijk en geniet wil ik uitroepen. Ik doe het niet, laat mijn camera zakken en geniet in mijn eigen stilte van deze natuurpracht! Nadat de behulpzame receptionist de deur van mijn kajuit heeft geopend rol ik mijn bed in. Slapen lukt niet, ik zit nog vol adrenaline en na te genieten van deze ongelofelijke TOPDAG.

Het expeditie team heeft een verrassing voor ons, een extra landing. Voordat we voet aan wal zetten worden we begroet door Wally. Hij zwemt langs de zodiac om te inspecteren of we geen bedreiging voor zijn luierende en luidruchtige familie zijn die verderop op het strand en in de branding ligt. Het is vandaag Wally zijn beurt om de wacht te houden en hij besluit dat ons bezoek oké is. Wij zijn geen jagers, vroeger werd er hier op Kapp Lee namelijk gejaagd op hun soort. De vervallen houten huisjes zijn de stille getuigen van deze periode.

Een dikke mist komt op zetten tussen de fjorden en over het water. Dit kan betekenen dat de tweede landing voor vandaag niet door kan gaan.

Bij mist geen goed zicht voor de rifle masters op de posten en dus geen waarborg voor de veiligheid. Laat het nou net een plek zijn waar heel veel vogels broeden en we nog een kans hebben om een poolvos te zien. Die ik nog zo graag wil fotograferen, wat helaas nog niet gelukt is.

Voor deze landing zit ik in de laatste groep die van boord mag.

Terwijl de eerste groep vertrekt met de zodiacs houd ik met argus ogen de mist in de gaten. Het duurt maar en duurt maar, de wispelturige mist trekt een beetje op en komt weer terug over de bergen rollen. Vol ongeduld wacht ik op mijn beurt samen met de andere fanatieke fotograaf. Het zal toch niet dat wij niet meer kunnen gaan? De eerste groepen komen terug aan boord en vertellen vol enthousiasme over een poolvos mama met jong.

OOO, wat wil ik graag in de zodiac springen, de spanning stijgt. Dan mag ook ik eindelijk van boord en hoop ik dat de vos er nog is en inmiddels niet is weggejaagd door verstoring, wat heel goed mogelijk is. Maar het expeditie team heeft erop toegezien dat iedereen op gepaste afstand is gebleven. Daar voor mij ligt het kleintje, ze zijn iets groter dan een huiskat, te slapen. Nee mama en het jong zijn inmiddels al vertrokken. Ik plof plat op mijn buik en terwijl ik mijn camera op hem richt opent hij een oogje om te kijken wie de nieuwe bezoekers zijn. Al gapend rekt hij zich langzaam uit en besluit op rooftocht te gaan. Op de steile kliffen, langs de nesten van de drietandmeeuwen op jacht naar smakelijke eieren. De mist komt nu echt dichterbij en begint ons in te sluiten we worden gemaand terug te gaan naar de zodiacs. Het vosje kijkt nog even met een schuin oog naar zijn bezoekers en springt dan heel soepel en atletisch naar de andere kant van de kloof.

Alles ervaren en beleven!

‘Stayin alive’, schalt er luidkeels uit de grote muziekbox in de Mudroom onderin het schip. Oke, motiverend die muziek denk ik.

Samen met mijn medereizigers proberen we al swingend op het ritme van de muziek onze zenuwen de baas te blijven.

Ik sta in mijn bikini en waag letterlijk en figuurlijk een sprong in het diepe. En met het diepe bedoel ik het zeewater van de Arctic met een temperatuur van 4C. De badjas gaat uit, veiligheidsriem met touw gaat om, mijn hartslag gaat omhoog maar ik ben er klaar voor! Ik krijg nog één tip mee van de crew: “Kijk naar de fotograaf wanneer je springt.” Plons, volledig kopje onder, een echte Polar Plunge. Een supergave ervaring om nooit te vergeten!

De dag erna verandert het weer, een straffe wind steekt op en het schip deint flink op de golven heen en weer. We varen een dikke deken van mist in. De twee geplande landingen kunnen niet doorgaan.

Er wordt naarstig gezocht naar een andere locatie en die wordt gevonden in Recherchebreen. Een gletsjer, strand en een plek waar we ook even een flinke wandeling kunnen maken. Dan komt het einde in zicht van dit onvergetelijk avontuur. De allerlaatste landing is in Skansbukta, de laatste uren aan boord van het schip breng ik met mijn camera door op het buitendek, op zoek naar wildlife.

De volgende ochtend na het ontbijt vliegen we terug naar de bewoonde wereld. Wanneer het landingsgestel de grond raakt, open ik mijn telefoon, een berichtje van weer die geweldig vervoerder; ”Uw trein van Zaventem naar Schiphol rijdt niet door een incident op het spoor.” “O, nee kreun ik, niet weer!”

Waar zouden we zijn zonder de trein? Nou niet thuis!