Druk, drukker, drukst
Er is veel gebeurd na mijn laatste blog, maar die is dan ook alweer dik twee en een halve maand geleden geschreven. Inmiddels zijn er weer diverse, fotografische avonturen beleefd. Net een hop-on-hop-off bus, dan niet van toeristische attractie naar toeristische attractie, maar van avontuur naar avontuur. Geen eens tijd om een fatsoenlijke blog te schrijven. Daarmee is dit een flink verhaal geworden. Volgens de journalistiek mag je het dan ook geen blog meer noemen. Gelukkig ben ik eigen baas en noem ik het gewoon een blog.
Gas, gas en gras, gras
De graszoden en de kluiten modder vliegen mij om de oren en dat is dan ook de enige natuur die je hier vindt. Ik sta langs een autocrossbaan, mijn zoon maakt zijn debuut in de stockcar F2 race. Dit moet natuurlijk fotografisch worden vastgelegd voor de herinnering van later.
Precies een week later sta ik weer tussen de ronkende motoren en dampende uitlaatgassen, maar nu van crossmotoren. Ook hier weer rondvliegende graspollen en modder langs de grasbaanrace in een pittoresk, Gronings dorpje. De mannen aan de start laten hun motoren flink jengelen door hun gashendels aan te zwengelen. Ik zie door mijn camera dat hun achtergrond gesierd wordt door een grote boom met witte bloesems. Deze pracht wordt na de start volledig aan het oog onttrokken door de enorme stofwolk die door de rijders wordt achtergelaten.
Schipper, schipper mag ik overvaren
Vanuit Rotterdam vertrek ik met twee bevriende collega fotografen met de boot richting Hull. Al slapend in onze hut aan boord vaart het schip door het ruime sop om de volgende dag in de vroege ochtend aan te meren in Hull, Engeland. Terwijl de auto door mijn medereiziger vakkundig van de boot wordt gestuurd, is het even wennen om links te rijden. Een uur later staan we met z’n drieën te genieten op de witte, krijtrotsen van de Bempton Cliffs.
Voor ons hebben we de uitgestrekte, blauwe zee en achter ons de glooiende akkers vol met kleurige en geurige bloemen.
We gaan hier de komende dagen op zoek naar de papegaaiduiker, maar ik heb zo’n gevoel dat we nog veel meer fabuleuze dingen gaan zien. En ja hoor, de volgende ochtend vallen we met onze neuzen in de boter.
In alle vroegte vliegt een witte kerkuil boven de velden op zoek naar prooien om zijn jongen te voeren. Wat een gave, ongekende start van de dag. Ook de elegante Jan-van-Genten zijn bezig nesten te bouwen op de rotsen. En de clowneske papegaaiduikers zijn druk in de weer hun liefdesnestjes klaar te maken in de holen van de ruige en steile rotsen. Het is wel even zoeken naar deze niet al te grote, zwart-witte vogeltjes. We speuren dan ook naar oranje voetjes en snavels.
We staan meestal rond de klok van vier uur op om bij het fraaiste licht te fotograferen. Na al dit moois te hebben gefotografeerd, kan ik je vertellen dat het ontbijt extra lekker smaakt.
Niet alleen de vogels, maar ook de ruige, grillige kustlijn van Flamborough met de witte vuurtoren en de gele, glooiende akkers vol met koolzaad verdient onze aandacht. Fazanten begroeten ons met hun typisch geluid, hazen kiezen het hazenpad, reeën kijken ons met grote bambi-ogen aan en diverse zangvogeltjes trakteren ons op een concert van vrolijk getsjilp.
Wat een diversiteit aan onderwerpen om te fotograferen. Kaartjes worden dan ook in rap tempo vol geschoten. Wanneer de laatste dag van ons avontuur aanbreekt, toeren we langs de kust over kronkelende landweggetjes met aan weerszijden groene heggen, rode klaprozen en stenen muurtjes richting Whitby Abby. Een oude ruïne die bovenop een heuvel uitkijkt over de stad en overgeleverd is aan zilte zeelucht van de onstuimige zee.
Een mooie locatie voor landschapsfotografie. Dan is het toch echt tijd dat we afscheid nemen van al het moois dat Engeland ons heeft te bieden. Een geweldig eerste kennismaking en ik vermoed dat het niet het laatste bezoek zal zijn.
Peentjes zweten en benauwde uurtjes
Ondanks dat het vroeg in de ochtend is, zo rond de klok van zeven uur is het al vrij warm. Samen met mijn fotomaatje zitten we in de snikhete oven, genaamd fotohut. Langzaam stijgt de temperatuur naar bijna het kookpunt, terwijl wij verhit onze camera’s laten ratelen.
Voor onze ogen neemt het ijsvogeltje een duikvlucht in de waterplas. Daarna vliegt dit razendsnelle, blauwe, gevederde vriendje met zijn vangst in de snavel weg tussen de koele beschutting van de bomen.
Inmiddels zijn wij bijna gaar en besluiten dan ook de koelte op te zoeken en verlaten de hut. Weer zijn we vroeg uit de veren.
Het is vijf uur in de ochtend net voor zonsopkomst wanneer we vrolijk begroet worden door boer Hans. Mijn vriendin en ik gaan bij hem op het erf Stan de steenuil proberen te fotograferen. De zon klimt langzaam boven de horizon en verspreidt een warm, goudgeel licht over de setting.
Vanuit onze schuilplaats zien wij tegenover ons in het raamkozijn van een houten, karakteristiek schuurtje Maarten de muis lopen. Onze camera’s schieten er lustig op los. We leggen een luguber, zielig maar ook een realistisch beeld van de natuur vast in het magische ochtendgloren.
Het zielige snuitje van Maarten kijkt uit het raam terwijl zijn Maartje als ontbijt wordt geserveerd door Stan. Een kwartiertje later heeft ook Maarten zijn doodvonnis voor onze ogen voltrokken. We zien Stan nog een aantal keren terugkomen voordat hij gaat uitbuiken en een uiltje gaat knappen.