Bijzondere ontmoetingen

Ed en Willem Bever

Op een afgesproken plek ontmoet ik Natuur en Wildlife fotograaf Jeroen Stel. Hij neemt mij mee op avontuur in de Hollandse Grienden. Lopend door het gebied vertelt hij vol passie en enthousiasme over dit mooie stukje natuur, het leefgebied van de bever.

Hier en daar wijst hij mij op sporen die hun aanwezigheid verraadt. Een afgeknaagde boom met zo’n bekende punt erop herken ik wel, maar glijsporen, pootafdrukken en zogenaamde sleepsporen van deze beestjes, die had ik volledig over het hoofd gezien. Nou ja beestjes, ze zijn best nog wel flink, wat ik zo in eerste instantie niet in de gaten heb wanneer er eentje voorbij komt zwemmen met alleen zijn koppie boven het water.

Na een tijdje gaan we langs de waterkant zitten met uitzicht op een burcht aan de overkant. Nu is het geduld hebben, wachten en heel stil zijn. Hun zicht is misschien niet zo goed, maar hun gehoor daarentegen des te beter. Mijn geduld wordt beloond, die avond zie ik vijf magnifieke dieren genaamd bever. Vol verwondering kijk ik naar hun noeste arbeid, het schillen van boomtakken.

Een andere tak van sport

Een week na een soort van ‘sollicitatie’ gesprek belt de redacteur van de lokale krant mij op met de mededeling dat hij een eerste opdracht voor mij als fotograaf heeft. Leuk!, denk ik. Of ik de voetbalwedstrijd Cambuur- De Graafschap wil vastleggen en dan gaat het met name om trainer Henk de Jong, vanwege hun kampioenschap. Vol overtuiging zeg ik ja, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Van binnen is het één en al onzekerheid. “Mooi dat is dan afgesproken”, zo eindigt ons telefoongesprek. Zodra ik mijn telefoon neerleg, schiet ik lichtelijk in de stress. Hoe ga ik dit doen. Ik, degene die vaak roept: “Buiten je comfortzone valt meer te beleven”, moet even aan dit idee wennen. “Maar hé, ik kan deze uitdaging aan”, spreek ik mijzelf streng toe. En herhaal dit nog een paar keer. Goed voor mijn zelfvertrouwen.

Nou weet ik gelukkig wie Henk de Jong is, maar de spelers van Cambuur daar heb ik geen kaas van gegeten. Als natuurfotograaf stel ik mij een wei vol dartelende lammetjes voor dan moet het zeker goed komen. Dat wordt mijn plan van aanpak. Het loopt iets anders, door het ontbreken van een perspas, kom ik het voetbalstadion niet in. Henk de Jong ontmoet ik later op een afgesproken locatie voor het maken van een portretfoto.

Een hachelijke ontmoeting

Dieren die in de nacht en schemer actief zijn, hebben een enorme aantrekkingskracht op mij. Deze beesten wil ik dan ook graag fotograferen. Dit uiteraard met veel respect voor natuur en dier! Laat ik het zo zeggen ik houd wel van zo’n uitdaging. Wanneer dit dan ook nog eens slaagt geeft het mij een enorme boost geluksgevoel. Zo staat de das hoog op mijn wensenlijstje. Eerst begin ik mij dan te verdiepen in hun manier van leven, wat kan ik wel doen en wat absoluut niet. Als mens in hun leefgebied ben ik een verstoring en dit wil ik wel tot het minimale beperken.

Tijdens een wandeling in het bos met mijn hond Max, uiteraard aangelijnd, stuit ik naar mijn idee op sporen van een das. Ik bekijk het gebied om mij heen nog iets grondiger. Langs het pad zie snuitputjes en ik meen iets verderop in de boomwal een hol te zien met daarvoor een hoop zand. Ik loop er niet naar toe, want A., ik heb de hond bij mij en B., ik mag niet van het wandelpad af, dat zijn de regels.

Een week later ga ik op een avond langs het pad, uit de wind, geen synthetisch geuren op en donkere kleding aan zitten wachten om te kijken of er inderdaad een bewoonde dassenburcht aanwezig is. Ik mag tot zonsondergang blijven, dan moet ik het gebied verlaten. Er zijn veel luidruchtige wandelaars die hun trouwe viervoeters uitlaten.

Plotseling hoor ik een stukje bij mij vandaan een flinke krak en veel gekraak. Ik kijk recht in de ogen van een zwarte wollige en flink uit de kluiten gewassen gallowayrund. Een kudde van van vijf komt mij een bezoek brengen en sluiten daarmee de enige uitweg uit dit gebied af. Rustig staan ze daar te eten en zijn niet van plan om maar enige aanstalten te maken elders verder te gaan herkauwen.

Over een kwartier is de zon onder, wat nu? Ik besluit om verder het bos in te lopen en zo een omweg te maken in de hoop dat ik nog op tijd bij de auto ben. Stevig de pas erin en lopen maar, licht buiten adem sta ik even later weer oog in oog met mijn grote zwarte harige vrienden. Ze hebben zich inmiddels wel verplaatst en blokkeren nu helemaal de weg naar de uitgang. Sorry nood breekt wet en om tijdig het gebied te verlaten besluit ik van het pad af te gaan. Struikelend met mijn cameraspullen op mijn rug loop ik tussen de bomen door richting de auto.

De volgende avond onderneem ik nog een poging. Onderweg naar de plek zie ik weer de runderen staan, nu iets verder weg. Ondertussen heb ik mij wel even verdiept in hun soort. Ze blijken niet kwaadaardig te zijn, meer grote logge goedzakken, maar ik test het niet uit en houd respectvol afstand.

Het heeft overdag flink geregend, inmiddels schijnt de zon. Het bos is echter erg nat en vies, misschien zijn er daardoor veel minder wandelaars. Het is in ieder geval een stuk rustiger, ik heb goede hoop.

Na iets meer dan twee uur wachten, staat er plotseling recht voor mijn neus een das. Hij snuffelt even rond en huppelt dan koddig verder het bos in. Het was een korte ontmoeting, maar ik heb een grote lach van oor tot oor op mijn gezicht. Die glimlach verschijnt dagen erna nog een aantal keren op mijn toet, wanneer ik terug denk aan deze bijzondere ontmoeting.